"Tijd" Thematische woordenschat Russisch
46 woordenпонеде́льник
ponedélnik
понеде́льник
ponedélnik
maandag
1 / 46
- понеде́льникponedélnikmaandag
- вто́рникvtórnikdinsdag
- среда́sredáwoensdag
- Четве́ргchetvérgdonderdag
- пя́тницаpyátnitsavrijdag
- суббо́таsubbótazaterdag
- Воскресе́ньеvoskresénezondag
- янва́рьyanvárjanuari
- февра́льfevrálfebruari
- Мартmartmaart
- апре́льaprélapril
- Майmaimei
- ию́ньiyúnjuni
- ию́льiyúljuli
- а́вгустávgustaugustus
- Сентя́брьsentyábrseptember
- октя́брьoktyábroktober
- ноя́брьnoyábrnovember
- Дека́брьdekábrdecember
- весна́vesnálente
- ле́тоlétozomer
- о́сеньósenherfst
- зима́zimáwinter
- деньdendag
- неде́ляnedélyaweek
- Выходны́еvikhodníeweekend
- ме́сяцmésyatsmaand
- годgodjaar
- Секу́ндаsekúndaseconde
- мину́таminútaminuut
- часchasuur
- у́троútroochtend
- По́лденьpóldenmiddag
- втора́я полови́на дняvtoráya polovína dnyanamiddag
- ве́черvécheravond
- ночьnochnacht
- по́лночьpólnochmiddernacht
- вре́мя годаvrémya godaseizoen
- десятиле́тиеdesyatilétiedecennium
- векvekeeuw
- Календа́рьkalendárkalender
- Да́таdátadatum
- часово́й по́ясchasovói póyastijdzone
- вре́мяvrémyatijd
- Восхо́д со́лнцаvoskhód sólntsazonsopgang
- зака́тzakátzonsondergang
Andere woordenlijsten in het Russisch
Tobo app downloaden om Russische woorden te leren
Leer de meest gebruikte Russische woordjes met flashcards (woordkaarten)