"Tijd" Thematische woordenschat Duits
46 woorden
der Montag
der Montag
de maandag
1 / 46
- der Montagde maandag
- der Dienstagde dinsdag
- der Mittwochde woensdag
- der Donnerstagde donderdag
- der Freitagde vrijdag
- der Samstagde zaterdag
- der Sonntagde zondag
- der Januarjanuari
- der Februarfebruari
- der Märzmaart
- der Aprilapril
- der Maimei
- der Junijuni
- der Julijuli
- der Augustaugustus
- der Septemberseptember
- der Oktoberoktober
- der Novembernovember
- der Dezemberdecember
- der Frühlingde lente
- der Sommerde zomer
- der Herbstde herfst
- der Winterde winter
- der Tagde dag
- die Wochede week
- das Wochenendehet weekend
- der Monatde maand
- das Jahrhet jaar
- die Sekundede seconde
- die Minutede minuut
- die Stundehet uur
- der Morgende ochtend
- der Mittagde middag
- der Nachmittagde namiddag
- der Abendde avond
- die Nachtde nacht
- die Mitternachtde middernacht
- die Jahreszeithet seizoen
- das Jahrzehnthet decennium
- das Jahrhundertde eeuw
- der Kalenderde kalender
- das Datumde datum
- die Zeitzonede tijdzone
- die Zeitde tijd
- der Sonnenaufgangde zonsopgang
- der Sonnenuntergangde zonsondergang
Andere woordenlijsten in het Duits
Tobo app downloaden om Duitse woorden te leren
Leer de meest gebruikte Duitse woordjes met flashcards (woordkaarten)
